Kwekerij en landwinkel De groene cirkel speelt in het verhaal van De setarspeler een rol. Tijdens het schrijfproces was ik daarom regelmatig op dit terrein. Ook het daarachter gelegen voormalig psychiatrisch ziekenhuis Endegeest en het Bos van Bosman op hetzelfde perceel zijn sfeerbepalers en zijn functioneel in het boek. Wat speelt zich hier af en waarom is deze plek voor hoofdpersonage Daijri zo belangrijk? Lees het in De setarspeler.

Het was een gezellige signeersessie bij boekhandel De Kler in Leiden. Het viel zo’n beetje samen met de intocht van Sinterklaas. Ik heb – in navolging van mijn schrijfcollega Jeroen Windmeijer die voor mij zijn signeersessie had – eerst een uurtje buiten bij een statafel mijn boek aan de man/vrouw gebracht, daarna kreeg ik het zo koud dat ik binnen aan een tafel het winkelend publiek aansprak en tijdens leuke gesprekken en passant mijn boek wist te signeren.
Dank Leidenaars voor jullie enthousiasme.

Vrijdag 5 november was de boekpresentatie van mijn tweede roman: De setarspeler.
Volle bezetting bij boekhandel De Kler in Leiden. Wat een moment weer!
Mijn uitgever Ric Hofmans van Gopher sprak lovende woorden, ik vertelde over het ontstaan van het verhaal:

Tja, hoe ontstaat een verhaal… Bij mij begint het vaak met een personage dat ik in mijn hoofd heb of met een bepaalde sfeer of setting, die tot mijn verbeelding spreekt. Bij De setarspeler speelden beide zaken een rol.

Het begon allemaal me de ontdekking van het Bos van Bosman, ik was er nooit eerder geweest en vond het een verrassend stukje Leiden. Voor wie het niet kent: het is een bosachtig terrein op de grens van Leiden en Oegstgeest met aansluitend een kwekerij met een landgoedwinkel en daarachter het voormalig Psychiatrisch centrum Endegeest.
Het hele terrein sprak tot mijn verbeelding: de sfeer en rust van het gebied, de variëteit van het magische kasteel Endegeest, de spookachtig leegstaande panden eromheen, het donkere bos en de bijzondere plek van de kwekerij en landwinkel De Groene Cirkel. Dat alles was voor mij de kiem van waaruit een verhaal opborrelde. De ontmoeting met Masoud was het laatste zetje dat ik nodig had.

Ik schreef op dat moment stukjes over gewone mensen die ik op straat aansprak over wat hen bezighield. Soms werkt ik daarvoor getipt. Zo werd ik gekoppeld aan Nahid, de vrouw van Masoud en zo kwam ik bij hem in het atelier terecht.
Nahid en Masoud vluchtten in de periode na de revolutie in Iran naar het Westen. In Iran was Masoud houtbewerker en instrumentenmaker. Hij was getalenteerd en maakte in opdracht van de elite prachtige mozaïeken inlegwerken. Masoud raakte me direct door de manier waarop hij over zijn werk sprak, zo vol passie en tegelijk zo bescheiden. We hebben er samen vaak over gesproken wat zijn werk voor hem betekent, namelijk álles.
Nahid, zijn vrouw, zegt liefkozend: hij is eerst met zijn hout getrouwd en daarna met mij.

Met engelengeduld werkt hij al jaren aan een immens houten inlegwerk. Laagje voor laagje worden de kleine onderdelen gefiguurzaagd, gevijld, gepast en gelijmd. Voor kleur- en diepteverschillen gebruikt Masoud verschillende soorten hout.
Masoud laat zich daarbij leiden door het hout, hij en het hout zijn een team, maar het hout bepaalt.
Feitelijk begon het immense inlegwerk met een kast die Masoud voor Nahid wilde maken, maar terwijl hij bezig was ontstond het gevoel dat het iets anders moest worden.
Zo werd een zes meter lange kast, een dressoir eigenlijk, een kunstwerk. Over de volledige breedte ontstond een mozaïek. Iedereen mag in het inlegwerk zien wat hij of zij wil.
Tot op de dag van vandaag werkt Masoud in afzondering, in zijn eentje aan zijn levenswerk, dag na dag, vaak tot ’s avonds laat. Soms gaat hij zelfs ’s nachts nog terug.

Dat is waarom ik Masoud zo bijzonder vind. Al weet niemand waar hij mee bezig is, dit is wat hij doet, móet doen.

In het atelier bij Masoud hangen ook setars. Iraniërs zeggen settars, maar aangezien het met één t is, zeggen wij setar. Ik kende het instrument, een elegante Perzische luit, niet. Masoud vertelde dat hij opgeleid was om deze instrumenten te maken maar dat het na de revolutie in Iran verboden was muziekinstrumenten te hebben, laat staan te bespelen. Ook dit sprak tot mijn verbeelding.

Voor het verhaal van De setarspeler heb ik gebruik gemaakt van de verhalen van Masoud en Iraniërs met een Koerdische achtergrond en dat alles heb ik vermengd met een flinke scheut fictie.

De setarspeler is het verhaal van een jonge Koerdisch- Iraanse man die moeite heeft in Nederland zijn draai te vinden. Hij mist zijn cultuur en familie maar bovenal zijn grote liefde Zilan die hij uit het oog verloren is.
Het is het verhaal van iemand die opnieuw naar zichzelf moet kijken en in beweging moet komen om nieuwe kansen te zien en te grijpen.

Hierna overhandigde ik het eerste exemplaar aan Masoud.

De avond werd versterkt met het prachtige verhaal van een Iraanse man over wat zijn Perzische instrumenten en in bijzonder zijn setar voor hem betekent. Zijn muziek en de lekkere hapjes en drankjes maakten de avond tot een feestje.

Welke omslag kies ik samen met de uitgever. Best een moeilijk proces, juist omdat het zo belangrijk is. Een pakkende kaft kan bepalend zijn voor de aankoop van een boek, zeker voor een – nog – onbekende auteur als ik, daarnaast moet het de lading van het verhaal dekken. In ieder geval moest het in dit geval duidelijk maken wat een setar is. Nee, geen citer of sitar, dat zijn echt andere instrumenten. Een setar is een Perzische luit (uitspraak: Iraniërs zeggen settar, maar aangezien het met één t gespeld wordt, zeggen wij seetar). Het instrument heeft een (symbolische) functie in het verhaal. Welke omslag heeft jullie voorkeur?

Hier gebeurt het deze week, in mijn gehuurde huisje in het prachtige Heiloo. Hier combineer ik rust en buitenleven met dagelijks uren schrijven. De eerste tienduizend woorden van mijn derde boek zijn een feit.
Mijn dagelijkse routine is: direct na het opstaan schrijven, meters maken, nog in mijn joggingpak. Ontbijten en koffiedrinken doe ik tussendoor. Na een uur of twee doe ik mijn dagelijkse workout, douche en ga naar buiten. Weer of geen weer. Dat dochter Nadja keihard moet lachen bij een foto van een verregende mama in regenjas neem ik op de koop toe. Onderweg denk ik nieuwe verhaallijnen uit en geniet van wat ik om me heen zie.
Na de lunch werk ik nog één of twee uur, ik schrijf sowieso een scène af en daarna stop ik en ga er nogmaals op uit, want in beweging bij routinematige handelingen (en dan maakt het niet uit of ik nou sta te strijken of aan het wandelen ben) laat ik mijn gedachten de vrije loop en kom ik tot betere ideeën dan dat ik achter mijn schrijftafel mezelf forceer de woorden te vinden.

De kop is eraf, ik ben begonnen aan boek drie, een psychologische thriller dit keer, waarbij het vogeltje op de foto – een gierzwaluw – een kleine rol krijgt.
Het voelt overigens heel raar om met mijn hoofd al in een nieuw verhaal te zijn, verhaallijnen en personages uit te denken, terwijl De setarspeler nog moet uitkomen.
Maar ik wil zo graag schrijven, mezelf onderdompelen in een zelf gecreëerde wereld waar personages na verloop van tijd voelen als oude bekenden…
Hoe ontstaat een verhaal, die vraag krijg ik regelmatig. Meestal is dat als ik er niet bewust mee bezig ben, ik lees wat, zie iets, maak wat mee en ineens begint het associëren, het fantaseren. Al die losse flodders noteer ik, tot een zaadje zich nestelt en ik zover ben dat ik er een lijn in zie. Soms begint het met een personages, soms met een locatie, het kan van alles zijn.
Daarna is het tijd voor het actievere denkwerk: personages moeten tot in detail tot leven komen, uitvogelen welk perspectief het beste bij dit verhaal werkt etc.
Daar ben ik nu. Ik ben aan het freewheelen en de term schrijven is schrappen is er niet voor niets. Maar het komt en ik bruis, want ik heb er zin in!

Yes! Ik ga een samenwerking aan met uitgeverij Gopher. Na een aantal goede gesprekken denk ik bij hen mijn plek gevonden te hebben. Ze geloven in mij als auteur, willen in mij investeren en stellen zich als partner op in de aanloop en ontwikkeling van het derde boek dat ik ga schrijven.
Maar, allereerst gaan we een succes maken van De setarspeler die in oktober 2021 uit zal komen.

Het is tijd. Ik kan blijven schaven, puzzelen, herschrijven en herlezen. Tot op het punt dat het echt niet meer leuk is. Op woordniveau.
Dus, ik laat Daijri, de hoofdpersoon uit De setarspeler, los.
Mooier dan literair agent Hanneke Tinor- Centi kan ik het niet zeggen. Ze zei: ‘Laat hem vrij. Ík ga nu met hem op reis. Hij is in goede handen.’
Voor mijzelf is het nu even vakantie. En meedoen aan schrijfwedstrijden. In afwachting van de reacties van de uitgevers. Symbolisch was mijn eigen vrije sprong in de polder.

Het manuscript van De setarspeler is redactioneel goedgekeurd door een erkend literair agent. Toch bleef mijn innerlijke criticus (of was het mijn perfectionisme?) twijfelen. Ik was zelf niet helemaal overtuigd van een bepaald onderdeel in het verhaal. Dus, de avond voordat de literair agent het manuscript naar een aantal uitgevers zou sturen, trok ik het terug. En nu ben ik dus mijn teksten aan het husselen, een andere opbouw zal het verhaal sterker maken, zo geloof ik heilig. Maar, wat is het een worsteling, het is net domino: waar ik tekst ‘knip’ valt een gat dat weer moet gevuld, teksten moeten logisch aansluiten, etc.
De hoofdpersoon uit De setarspeler komt Iran. Vorige week kreeg ik van een Iraanse vriendin een Perzische schildering van Sohrab (zie foto). Hoe symbolisch. Het staat kort gezegd voor: ‘zonder gevecht geen overwinning.’
Ik ploeter door.